Verliefd in quarantaine

Nina (57) wilde écht geen vriend. Kees (56) laat haar helemaal vrij. Nu is ze vrijwillig met hem in corona-quarantaine.

“Sinds half maart woon ik bij mijn vriend Kees. Terwijl we elkaar pas twee maanden kennen. We doen dit omdat Kees door een vroegere ziekte een lage immuniteit heeft. Als ik voorlopig wegblijf uit de buitenwereld, kan ik niet besmet raken met het coronavirus en hem dus ook niet in gevaar brengen.

Afgelopen oktober beëindigde ik na ruim elf jaar mijn relatie met de man voor wie ik naar Nederland was verhuisd. Ik paste me vaak aan aan zijn wensen, maar we bleken uiteindelijk toch té verschillend. Ik huurde een kleine woning elders, en overwoog ondertussen sterk om terug te gaan naar Zwitserland, waar mijn kinderen en kleinkind wonen. ’s Avonds bezocht ik soms, om mezelf op te vrolijken, muziekoptredens waar ik ook kon dansen. Want als ik dans, ben ik gelukkig. Bij zo’n optreden ontmoette ik twee neven, mannen van mijn eigen leeftijd. Ik wilde op dat moment absoluut geen vriend. Toch ontwikkelde zich een aantal weken later een intensief telefoon- en appcontact met een van hen. Dat was Kees. Een echte afspraak moest hij vanwege ziekte annuleren. Toen heb ik hem een pannetje soep gebracht en wisselden we onze eerste zoen uit. Een héle prettige zoen.

Ik kreeg pas echt verschrikkelijke vlinders in mijn buik toen Kees een paspoort had aangevraagd. Hij bleef altijd binnen de EU en had nog nooit gevlogen. Hij had altijd genoeg gehad aan een identiteitsbewijs. Zelf reis ik graag en veel. Ik ben vorig jaar zelfs full time reisleidster geworden. Kees wilde een paspoort, want, zei hij, ‘als jij ergens heen gaat, wil ik mee kunnen.’ Ik was definitief verliefd.

Eind februari ging ik een aantal weken weg, onder andere voor een beursbezoek in Duitsland. Vanwege corona werd die hele beurs uiteindelijk afgeblazen. Bij terugkomst in Nederland bleken ook alle reizen geannuleerd die ik zou begeleiden. Ik zocht Kees op en bleef voor de eerste keer slapen. Eigenlijk wilde ik heel voorzichtig een relatie aangaan, maar ik wilde hem niet besmetten door teveel contact met anderen. Ik heb een grote koffer gevuld met kleren en ben bij hem ingetrokken.

Kees’ huis staat op een groot stuk land. Hij restaureert buiten oude auto’s, ik zit binnen te schrijven aan een aantal boeken waar ik mee bezig ben. Voorlopig is het hij en ik, samen op dit afgeschermde gebiedje. We leren elkaar razendsnel kennen. Ik heb nog geen punt gevonden waarop we niet bij elkaar passen. Ik probeer altijd anderen blij te maken. In eerdere relaties kwam meestal weinig terug, maar Kees is ook zo. Het zit in kleine dingen. Hij zet een kopje koffie, hij masseert even mijn rug. Dat voelt zó goed.

Ik wist niet dat een relatie zo gemakkelijk kan zijn. Ik leef heel vrij. Ik kan met weinig materiële zaken toe en ben niet bang om banen en huizen achter me te laten en iets nieuws te beginnen. Kees leeft net zo vrij. Mijn vorige relaties waren mannen met een kantoorbaan, Kees is een creatieve chaoot met zwarte handen. Hij denkt in oplossingen, nooit in beperkingen of angsten. Hij is niet iemand waar iedereen naar omkijkt, maar ik vind hem mooi. Eerlijk gezegd kan ik mijn ogen amper van hem afhouden. En voor het eerst heb ik een man die langer is dan ik, met ook nog eens prachtig lang haar.

Ik denk niet dat ik terugga naar Zwitserland, maar ik geef niets meer op wat ik leuk vind. Kees begrijpt en accepteert dat. Het is zó leuk samen. Ik kan schrijven, ik heb Kees, ik heb te eten. Ik houd deze quarantaine echt nog wel een tijdje vol.”

https://gezonderleven.com/liefde-op-latere-leeftijd-passie-op-het-juiste-moment/

https://www.happinez.nl/liefde-relaties/liefde-op-latere-leeftijd/

Dit verhaal verscheen in het AD-magazine van 12 april 2020

Een groene Michelinster voor restaurant Héron in Utrecht- Eten van héél dichtbij

Fair, noemen Victor Stukker en Joyce Bielderman de filosofie achter hun restaurant Héron. Ze serveren veelvuldig wisselende gerechten en dranken, gemaakt van zo schoon mogelijke producten uit de directe omgeving. Net zo belangrijk vinden ze een eerlijk inkomen voor leveranciers en medewerkers.

Héron, in de smalle Schalkwijkstraat, ligt weliswaar in het stadscentrum, maar uit de loop van winkelend publiek en dagjesmensen. Bewust, want Victor en Joyce willen gasten die echt komen voor wat zij bieden. Die geïnteresseerd zijn in het concept en graag een hele avond tafelen.

Victor is een geboren horecaman. Van jongs af aan werkte hij in het Sallandse restaurant van zijn ouders. Toen de high school sweethearts naar Utrecht verhuisden, was hij twintig jaar lang bedrijfsleider in allerlei Utrechtse horeca. Tot hij behoefte kreeg aan een plek van zichzelf. Dat werd Héron. Partner Joyce, culinair journaliste, had geen ambities in die richting (‘Ik ben een eter, geen koker’), maar is desondanks met hem meegegroeid. “Heel organisch. Ik dacht mee over alles van inrichting tot menu, viel in toen een bedieningsmedewerker op vakantie was en bleek brood bakken heel leuk te vinden.”

Moois uit de tuin

“Met Héron wil ik andere aspecten van mezelf ontwikkelen”, legt Victor uit. “Nadat we een hond kregen kwam ik weer vaker in het bos. Dat gaf niet alleen een heerlijk vrij gevoel, ik ontdekte ook steeds meer eetbare kruiden en planten. Ons bezoek aan Noma, het Deense sterrenrestaurant dat heel veel gebruik maakt van eetbaars uit de directe omgeving, gaf de doorslag. Ik vond het geweldig wat er allemaal kon en paste het steeds vaker toe op mijn werkplek. Als vrijwilliger op biologische moestuin Maarschalkerweerd, een sociale tuinderij in Utrecht Oost, viel me nog iets op. De tuin bracht heel veel moois op. Hoe kon het dan dat geen enkel restaurant het kocht?”

Klaar

De keuze voor producten van heel dichtbij kwam dan ook van Victor. “Ik vind herkomst belangrijk. Noten, bessen, paddenstoelen en kruiden plukt hij in het wild. Weer andere kruiden en eetbare bloemen kweekt hij in zes grote bakken op de binnenplaats van de Leeuwenbergkerk, aan de overzijde van de Schalkwijkstraat. En elke week is hij op de tuinderij van zijn vaste leveranciers onder de rook van Utrecht. De koks Bobby, Jord en Taco werken met het aanbod van de leveranciers, ongeacht of dat binnen of buiten het officiële seizoen van bijvoorbeeld aardbeien, asperges of wild klaar is. Daarom kan de kaart van het ene jaar totaal verschillen van het volgende.

Zwammen

Arbeidsintensief, zeker. “Maar ook inspirerend”, zegt Joyce. “Het directe contact levert zóveel kennis op. Dat werkt door in de gerechten. Zo had een van onze boeren een partij verregende mais, waar zwammen op waren gaan groeien. Of wij iets konden met deze Mexicaanse truffel. We hebben ze verwerkt in een amuse. Gasten waren door die onbekende smaak volledig verrast.”

Lange termijn

De keuze voor lokale leveranciers betekent dat Héron bijvoorbeeld geen citroenen of chocolade gebruikt. Al doen ze wel concessies, omdat koffie, thee en specerijen nu eenmaal alleen in tropische gebieden groeien. In het interieur is gebruik gemaakt van hout uit een Zutphen’s slooppand, van door een sterrenkok geschonken borden en tweedehands bestek. Minimale verspilling is een voortdurend aandachtspunt. Joyce: “Toch noemen we onszelf eerder fair dan duurzaam. We willen een zaak voor de lange termijn, waar iedereen beter van wordt. Menselijke werktijden en een eerlijk inkomen voor leveranciers en medewerkers. Zonder onszelf te kort te doen natuurlijk!”

Dit artikel verscheen eerder op website http://www.FrisseMosterd.nl. Het is deel drie in de serie De Groene Garde, over de mensen die het voortouw nemen in het milieuvriendelijker/duurzamer/groener/socialer, kortom béter maken van de Utrechtse horeca.

www.heronrestaurant.nl

https://boerenenburen.nl/nl

https://www.moestuinutrecht.nl/

https://marktschwaermer.de/de/p/provide

https://boerenenburen.be/nl-BE

https://supportyourlocalsnl.nl/

http://www.localsutrecht.nl

https://www.gault-millau.nl/nl/restaurants/heron-utrecht

https://www.khn.nl/nieuws/duurzaamheid-heron-doet-er-nog-een-schep-bovenop-en-gaat-voor-fair

Van de Straat eten in Lombok

Biologische ingrediënten gebruiken is bij het Utrechtse restaurant Van de Straat zo vanzelfsprekend, dat ze er niet eens reclame mee maken. Ook niet nu het omgedoopt is naar The Vegan Gorilla. Mensen moeten gewoon komen om een leuke avond te hebben. Met lekker, verrassend eten en een vleugje vakantiegevoel.

In hun woonwijk Lombok ontbrak nog iets, vonden de drie mannen die nu samen eigenaar zijn van Van de Straat. Een ontmoetingsplaats waar de wijk gezelliger van zou worden. Laagdrempelig, met goed biologisch eten en drinken. Waar bewoners makkelijk binnenlopen of op het terras neerstrijken voor een drankje, een complete maaltijd of zelfs alleen een dessert. Het werd street food restaurant Van de Straat. Anderhalf jaar geleden opende het zijn deuren in een pand aan de Surinamestraat.

Avonturen

De keuken is het domein van Thijs Afink. Hij reist graag en veel en eet onderweg alles wat hij tegenkomt. Aan de Surinamestraat  maakt hij die gerechten wat toegankelijker voor de Nederlandse smaak. Hij zorgt er wél voor dat het spannend eten blijft, met smaken waar menige gast een vakantiegevoel van krijgt. Gastheer en barman Jasper Visser avonturiert met de dranken. Natuurlijk serveert hij Thijs Tea, de door Thijs ontwikkelde frisdrank van afgekeurd fruit. En verder goede koffie, interessante bieren van kleine brouwerijen en minder gangbare wijnen.

Minimale voetafdruk

Thijs, Jasper en stille vennoot Joost Scholten streven ernaar hun eigen ecologische voetafdruk minimaal te houden. Logisch dat ze elkaar vonden in een grotere bedrijfsvisie,  die ze ook in hun restaurant waar mogelijk doorvoeren. Dat alle gebruikte ingrediënten en dranken biologisch zijn  hoef je daarom volgens hen niet eens te noemen. LED-verlichting hebben ze natuurlijk, en een barkraan die af en toe aangaat, in plaats van non stop te lopen. Buiten liggen dekens, want ze zijn pertinent tegen terrasverwarmers. En voedsel wordt per definitie niet weggegooid.

Uiterlijk

Voedselverspilling raakt Thijs echt. Hartstochtelijk: “Ik kom uit een Twents dorp. Daar merk je veel meer van het boerenleven. Ik weet hoeveel moeite het kost om voedsel te produceren. Dat gooi je dus niet zomaar weg. Zeker niet om uiterlijke redenen, zoals het feit dat een appel net te klein of te groot is om op een standaard supermarktschaal te passen.” Niet voor niets is hij de bedenker van Thijs Tea. In zijn privékeuken experimenteerde hij een jaar lang om een echt lekkere frisdrank te maken van afgekeurd fruit. Inmiddels drinkt Nederland zo’n 200.000 flesjes per maand.

Bewustwording

Het is een verhaal dat Jasper graag vertelt als iemand om ‘een frisje’ vraagt. Net zoals hij graag vertelt over de eerste écht lekkere biologische wijn die hij pas ontdekt heeft in het Gelderse Groesbeek. Of over LiVar varkens, Lakenvelder runderen en Canadese wilde zalm, omdat Van de Straat geen geld wil verdienen aan dierenleed. Want ook bewustwording creëren vinden de drie mannen belangrijk.

Seizoen

Een strikte keuze voor lokale en seizoensgebonden ingrediënten is er niet. Thijs: “Ik heb daar nog geen duidelijke mening over. Haricots verts verbouwen in het koude Nederland kost bijvoorbeeld meer energie dan verbouwen in Kenya, en het dan per schip hier naar toe brengen. Ik zal niet gauw een tomaat in de winter gebruiken, maar je hebt nu ook puike tomaten uit kassen op zonne-energie. Het is niet zo zwart-wit allemaal. Hoofdzaak blijft dat ons eten lekker is. We willen mensen gewoon een leuke avond geven.”

De Groene Garde is een serie over de mensen die het voortouw nemen in het milieuvriendelijker/duurzamer/groener/socialer, kortom béter maken van de Utrechtse horeca.

www.thijstea.com

Home

 

Dit artikel verscheen eerder bij Frisse Mosterd, magazine en online platform over Utrechtse horeca

http://www.frissemosterd.nl

 

 

Oproer café: lekker inspireren met bier zonder vlees

Bier en veganistisch eten, het is geen voor de hand liggende combinatie. Maar bij brouwerij/biercafé/restaurant Oproer in Utrecht doen ze het toch. Ze willen een vriendelijke, open plek zijn, waar iedereen welkom is voor de heerlijkste bieren, bijzondere drankjes en geweldig plantaardig eten.

IT-ondernemer Mark Strooker was altijd goede bieren aan het uitproberen. Bij café België aan de Oudegracht en als tester bij Ratebeer.com. Zo proefde hij ook bittere bieren en zware stouts uit Amerika en Denemarken. In Nederland bestonden die nog niet. Dus begon hij ze zelf te brouwen. Gewoon, thuis. Zijn kennis haalde hij uit boeken en van internet.

Brouwen en IT hebben volgens Mark veel gemeen: “Bij allebei heb je een probleem dat je wilt oplossen. Bij allebei heb je te maken met veel variabelen, technieken, temperaturen en ingrediënten. Als je een biersmaak verzint, ga je bedenken hoe je die zou kunnen maken. Brouwen is heel creatief. Ik noem het een kunstvorm.”

In 2012 werd de hobby een bedrijf: brouwerij Rooie Dop. De eerste jaren runde Mark het met twee vrienden. Als eerste in Nederland bracht Rooie Dop een IPA (India Pale Ale) op de markt.  De zaken gingen goed en al snel exporteerden ze naar liefst 35 landen. Toen hij uiteindelijk alleen overbleef en een nieuwe plek zocht om te brouwen, ontmoette hij Bart-Jan Hoeijmakers van brouwerij RUIG uit Maarssen. Sinds 2015 werken ze samen onder de naam Oproer.

Bij hun gezamenlijke brouwerij wilden ze sowieso een beer pub. Het restaurant kwam erbij omdat  de enorme industriële ruimte die ze konden huren, in een voormalig NS-gebouw naast station Zuilen, een restaurantbestemming had. Dus zochten en vonden ze twee fantastische kokkinnen, Martina en Mari, die echter alleen veganistisch werken. Vegetariër Bart-Jan en flexitariër Mark vonden het leuk het dogma bij-bier-hoort-vlees te doorbreken. Dat het restaurant zo’n succes zou worden was onverwacht. Het zat meteen vol, met mensen van alle leeftijden en uit alle lagen van de bevolking. Al in 2016 werd het verkozen tot beste veganistische restaurant van Nederland.

Oproer staat voor verandering, het heft in eigen hand nemen, iets beters willen. Want verschil maken vinden ze belangrijk. Begaan zijn met het welzijn van mens, dier en plant, dat komt bij hen van binnenuit. Daar past plantaardig, biologisch en lokaal verbouwd voedsel bij. En dito bier natuurlijk. Bovendien willen ze een vriendelijke, open plek creëren waar de hele buurt zich thuisvoelt. Daarom is er een grote speelhoek voor kinderen en een royaal terras waar ook af en toe een vuurtje brandt. Je kunt er bier komen proeven dat nergens anders te krijgen is of alleen koffie drinken.

Ten slotte hopen de mannen mensen te inspireren tot bewuster omgaan met eten en drinken. Dicht bij huis werkt dat in ieder geval. Wat Mark’s zevenjarige zoon later wil worden weet hij nog niet. Wat hij vandaag wil zijn wél.

Veganist.

www.oproerbrouwerij.nl 

http://www.kafebelgie.nl

http://www.ratebeer.com

 

 

Dit artikel verscheen eerder op http://www.frissemosterd.nl, platform over Utrechtse horeca

 

Grotestadsgemeut

Waar je ooit opgetogen binnenstapte bij een etablissement met een bordje: “De koffie is klaar”, is dat precies de plek waar je vandaag de dag niet dood gevonden wilt worden. Of waar je denkt de dood te vinden, vanwege de intens smerige smaak van de soms urenoude bak pleur.

In Nederland begon volgens mij de Coffee Company als eerste met het maken van ontzettend lekkere koffie. Per kopje, terwijl je er op wachtte. Om te beginnen in Amsterdam, en daarna in een heel stel andere steden. De laatste drie, vier jaar doen steeds meer gelegenheden dat. Tot in Emmen en Goes zijn prima cappuccino of espresso te krijgen.

En dus is het opeens  een beetje modieus  om te mopperen over een tevéél aan koffietentjes. Net zoals over  een teveel aan eterettes met lokaal, puur en/of biologisch eten. Diezelfde overdaad aan horeca die we zo leuk vinden in andere landen, als we er op vakantie zijn.

Grotestadsgemeut, zou ik zeggen. Veel van het goede maakt blijkbaar in sommigen van ons de snob wakker. Toegegeven, tarwegrassap en cacaonibs zijn tamelijk vies. Maar voor de rest geniet ik met volle teugen van al die zaken waar je lekker en best gezond kunt eten en drinken. Zonder al te veel exotica, meestal gemaakt met producten uit je buurt.

Ik ben blij dat boeren hun waar in hun eigen omgeving af kunnen zetten, in plaats van het te moeten transporteren naar verre oorden. En ik vind het leuk dat veel van die kleine restaurants en koffiezaken gerund worden door mensen die vaak een loopbaan als econoom, jurist, bedrijfskundige of consultant aan de wilgen hebben gehangen. Banen met status, zeker. Alleen dikwijls behoorlijk theoretisch. Die eenzijdigheid bevalt slecht.

Dus zijn ze iets gaan doen dat veel concreter en bevredigender is. Lekkere dingen bereiden en het gezellig maken in een vaak heel persoonlijk ingericht zaakje. De wereld wordt er knusser van, want weinig doet zo goed als een liefdevol bereide maaltijd. Dus doe mij nog maar wat minder juristen en economen, en meer restaurants en koffiezaakjes. Ik noem het: vooruitgang.

IMG_3468IMG_3229408784_510963418933668_127017120_nIMG_3122

http://www.coffeecompany.nl

http://www.smakers.nl

http://www.frietwinkel.nl

http://www.gastmaalendetafel.nl

https://nl-nl.facebook.com/pages/BakBlik030/1391278631111571

http://www.bondsmolders.nl

http://www.misterkitchen.nl

 

Vette bek-plus

Het heeft een tijd geduurd voor ik snapte wat een hipster is. Maar toen ik eenmaal wist dat ze herkenbaar zijn aan tamelijk lange baarden, knotjes, een arm vol tatoeages en een rustige uitstraling, werden ze mijn beste vrienden.

Want hipsters zijn zonder uitzondering foodies. Ze gaan tot het uiterste om de ultieme kop koffie te zetten, ze winnen met glans Heel Holland bakt. En ze hebben zich gestort op het verlekkeren van de vette bek.

Daardoor kan ik op steeds meer plaatsen verse frites van biologische aardappels eten, met een friszure mayonaise in plaats van laffe zoete fritessaus. Dat alles wordt, om de ervaring te perfectioneren, geserveerd in een papieren puntzak.

Alsof dat nog niet genoeg is, eet je zo’n subliem patatje zelden in een klassieke snackbaromgeving met onflatteus TL-licht en vreugdeloze bamihappen en frikandellen in een vitrine. De hipsters zijn vaak artistieke jongens die ook het oog bedienen. Klanten zitten bijvoorbeeld op mooie houten bankjes, die op een even mooie houten vloer staan. Bij Vincent van Gogh-frites in de Amersfoortse Langestraat hangt zelfs een kroonluchter, en aan de muur een fabelachtig kunstwerk van fotograaf Richard Sinon. De Nieuwe Aardappeleters heet het. Het is een schilderijachtige foto van een aantal hedendaagse Amersfoorters in laatnegentiende-eeuwse kledij, dat zich tegoed doet aan een bord frieten.

Baarden en knotten, ik vind ze niet bijzonder aantrekkelijk. Maar de friethipsters weten héél goed hoe ze dames gelukkig moeten maken.

www.vangoghfrites.nl/verse-frites-patat-in-amersfoort 

http://frietkamer.nl/

https://www.friethoes.nl/welkom.html

Amersfoortse aardappeleters

Pleur maar weg

“Wil je koffie?”, vroeg ik aan de geliefde. We waren net wakker, na een comateuze slaap volgend op een vlucht van een uur of elf plus een angstige autorit over twaalfbaanswegen. Het had wat van ons gevergd, maar daar waren we dan: in een motel op Sunset Boulevard. De bedden waren king size, de douche heet, en in de motelreceptie was alleen een frisdrankautomaat.

“Hoezo koffie?”, vroeg hij dus enigszins verward. Ik deed mijn schoenen aan, stak de straat over en haalde bij een soort supermarkt twee kartonnen bekers tamelijk slappe koffie. Met een plastic deksel erop. Geliefde vond het waanzinnig komisch, en ook een beetje belachelijk. We schudden ons hoofd over de bizarre wegwerpmaatschappij waar we in waren beland. Wat een verspillers, die Amerikanen!

Dat was in 1990.

Anno nu is koffie in een wegwerpbeker overal ter wereld zowel doodgewoon geworden, als een grondstoffen- en afvalprobleem. Of het nu slappe automatenpleur is of een baristabakkie van € 3,50.

Een Limburgs bedrijf in verpakkingen, zich scherp bewust van de milieu-effecten van haar producten, deed er wat aan. Moonen ontwikkelde een beker gemaakt van suikerrietafval. Dat wat overblijft nadat je de suiker uit de stengels hebt gehaald, dus er wordt geen extra landbouwgrond voor gebruikt. En nee, de suiker lost niet op in je koffie, want er zit aan de binnenkant nog een plastic coating gemaakt van mais. Het deksel is van hetzelfde materiaal. Het geheel lost wél op in de composthoop, waar het weer deel wordt van de grote kringloop van het leven.

Ik vind het een prachtige uitvinding. Voor de wereld en voor mezelf. Compost voor de aarde, een schoon geweten voor mij. Daarmee smaakt dat zwarte goud me nog net een tikje beter.

 

Moonen-Nutural-beker-inhoudMoonen-Nutural-beker-inhoudMoonen-Nutural-beker-inhoud

http://www.moonennatural.com/nieuwsarchief/groen-plastic-uit-suikerriet.html

Lekker drankje voor onderweg

Tja, die kartonnen wegwerpbekers. Wat een stapel afval krijg je d’r van. En toch zo handig, voor al die koffie’s en thee’s en soepjes die je op het werk of onderweg zo graag drinkt.

Als het nou alleen karton was, kon je het gewoon recyclen. Maar karton is niet bestand tegen hete vloeistoffen. Dus moet er een laagje omheen, meestal gemaakt op aardoliebasis.  Daarna zijn de bekers nog wel te recyclen, alleen kost het veel tijd, moeite en geld, en het papier is van matige kwaliteit.

AkzoNobel heeft nu een nieuw laagje uitgevonden, waardoor de bekers honderd procent hergebruikt of gecomposteerd kunnen worden. EvCote heet het, en het is gemaakt van plantaardige oliën (ik hoop geen palmolie uit gekapte regenwouden) en gerecycled PET. Papier gemaakt van zulke bekers blijft dezelfde kwaliteit houden, dus er zijn geen nieuwe bomen voor nodig.

Wat maakt een zo’n bekertje nou uit, denk je misschien. Met zijn allen gebruiken we  echter jaarlijks 200 miljard kartonnen bekers. Zo’n uitvinding zet dus wel degelijk een hoop milieuvriendelijke zoden aan de dijk. Mooi waar een multinational, toch meestal wel te betrappen op schimmige zaken, dan weer goed in kan zijn.

EvCote beker

https://www.akzonobel.com/news_center/news/news_and_press_releases/2014/akzonobel_creates_the_worlds_first_fully_compostable_and_recyclable_paper_cup.aspx

Allemaal lieve mannen

 

..zaten aan witte formica tafels met daarop contactdozen, gereedschapskistjes en koppen koffie. Een al even lieve vrouw had me zojuist verwelkomd en vervolgens gekoppeld aan een van de mannen.

Jeroen heette hij, en hij hielp me om het strijkijzer dat ik had laten vallen en dat sindsdien op vreemde plekken stoomde, weer in elkaar te zetten. Geen moeilijke klus, maar in mijn eentje had ik het niet voor elkaar gekregen. Jeroen deed het helemaal gratis, als vrijwilliger bij het maandelijkse Repair Café in Utrecht-Oost.

Zonder hem was ik heel misschien naar een Turkse of Marokkaanse reparateur gegaan. Die zijn er gelukkig, in mijn voormalige krachtwijk: kleine zaken waarvan de eigenaren nog een handwerk beheersen. Ze doen betaalbare reparaties aan kleding en elektrische apparaten. Maar zij moeten natuurlijk ook ergens van leven, en dit klusje was voor hen denk ik niet lonend geweest. Waarschijnlijker is dat ik het strijkijzer had ingeleverd bij de milieustraat en een nieuw model had aangeschaft.

Jeroen is een van de honderden vrijwilligers met technische handvaardigheid, die op geregelde basis buurtgenoten helpen hun eigendommen te repareren in plaats van weg te gooien. Het gaat niet alleen om apparaten, maar ook om kleding, meubels en fietsen. De nadruk ligt op helpen: degene die een kaduuk eigendom brengt doet zo veel mogelijk zelf. De deskundige springt bij wanneer het nodig is.

Het eerste Repair Café was in 2009 in Amsterdam West. Het idee sloeg zo aan dat er nu al zo’n 275 zijn, in Nederland én daarbuiten, tot in de VS en Brazilië toe. Wat mij ontroert is dat al het werk letterlijk liefdewerk is. Niemand verdient er aan. Maar mensen met vakkennis die snel aan het verdwijnen is kunnen die weer inzetten. Tussen buurtgenoten ontstaan contacten die er anders niet geweest waren. En doordat zoveel meer gerepareerd wordt in plaats van weggegooid, is de afvalberg kleiner en worden grondstoffen bespaard.

Ik ben niet de enige die het een prachtig idee vindt. Sinds dit jaar staat het woord repaircafé  in de Dikke van Dale. Aan elkaar.

Home

http://rcu001.repaircafe-utrecht.nl/

 

slider_1_small

 

 

Koffiesnob

Ik beken.

Ik ben een koffiesnob.

Voor een bak filterpleur haal ik mijn neus op. Koffie vind ik pas te drinken als het hete water met god weet hoeveel Bar door versgemalen bonen is geperst.

Dat kan alleen met machines die niemand thuis heeft. Ze staan in meestal grootstedelijke koffiehuizen, waar barista’s, professionele koffiezetters, er precies dat kopje zwart goud van brouwen dat mij gelukkig maakt. Bovendien zijn de koffierettes vaak knus ingericht en kun je er minstens drie kranten lezen.

Voor mijn snobgeluk moet natuurlijk wel koffie geproduceerd worden in verre landen, en dat gaat gepaard met het gebruik van behoorlijk wat water en energie. Bovendien waren de arbeidsomstandigheden eeuwenlang ronduit luizig. Het doet me dan ook veel plezier dat geen enkele koffiezaak met enig zelfrespect vandaag de dag nog koffie serveert die ouderwets is geteeld. Fair trade is de norm.

Soms ben ik te gast bij mensen die minder snobby zijn dan ik. Zij hebben thuis wel een espressomachine, vaak een Nespresso. Nestlé noemt de inhoud van de gekleurde cupjes Grand Cru, en ja, de smaak is heel prima. Bij zulke gastheren- en vrouwen zeg ik dus onbekommerd ja wanneer ze me een koffie aanbieden.

Maar toch… dat aluminium… En hoe zit dat met de kwaliteit van leven van boeren die de Grand Cru’s maken? Nestlé is een multinational met aandeelhouders die geld willen zien, en laat misschien juist daarom wel eens wat steken vallen.

Even goed zoeken op hun site laat echter zien dat het bedrijf zijn best doet de hele productiecyclus te verbeteren. Verstandig, want met een uitgeputte aarde heb je geen grondstoffen meer en dus ook geen bedrijf. Een heel programma richt zich onder andere op vermindering van energie- en watergebruik, training van boeren, ook op zakelijk gebied, en hergebruik van de aluminium cupjes. Al is het nog niet volmaakt, ik vind dat Nestlé op de goede weg is.

De echte koffie-geek beschrijft zijn favoriete drankje in wijntermen. Bloemig, fruitig, chocolade, lavendel… Daarom zeg ik alvast: proost, voor bij je volgende bakkie. Pleur of Grand Cru.

koffiesnob 010

http://www.ad.nl/dossier-ad-koffietest/reacties-juichen-leren-treuren-en-gratis-koffie~ae1bfb8d/

http://www.dusseldorp.nl/recycling/recycling-van-nespresso-koffiecapsules/nespresso-opent-recylecenter-in-nederland.html

https://www.nespresso.com/nl/nl/order/accessories/koffie-capsule-recyclezak