Zoektocht naar het meeste vuur: de ontwikkeling van een nieuw diamantslijpsel

Donny Griffioen stond vijftien jaar geleden aan de wieg van de Royal Coster 201, een slijpvorm voor diamant met maar liefst 201 facetten. In 2022 ontwierpen hij en zijn team er zelfs een heel eigen zetting voor. Over het ontwikkelen van een nieuw slijpsel.

Tegenwoordig is hij hoofdinkoper bij Royal Coster Diamonds, maar Donny kwam van jongs af aan bij het diamantbedrijf van zijn opa, die hem bovendien geregeld meenam naar veilingen bij Christie’s. Aan de Hoge Raad voor Diamant (HRD) in Antwerpen leerde hij officieel graderen. Zijn eerste baan als inkoper bij GASSAN Diamonds combineerde Donny met de opleiding tot diamantslijper. Een prachtig vak, vindt hij. Alleen is hij er de man niet naar om de hele dag stil te zitten. In zijn huidige baan concentreert hij zich op de inkoop van ruwe en geslepen diamant en van de collecties juwelen en horloges.

Ronde vorm

Rond 2008 had hij heel veel zin daar iets onderscheidends  aan toe te voegen. De zaken bij Royal Coster Diamonds liepen uitstekend, mede vanwege het groeiende aantal Aziatische toeristen. Vaak bezoeken ze Amsterdam maar één keer in hun leven. Daardoor staan ze erg open voor iets unieks. “We wisten in ieder geval dat Aziaten de voorkeur geven aan een ronde vorm. We zochten dus naar een gemoderniseerde versie van de briljant”, vertelt hij.

Meeste vuur

Dat de Royal Coster 201 zoveel facetten heeft, stond niet van tevoren vast. Het was de uitkomst van een samenwerking tussen de Antwerpse diamanthandelaar Bobby Low, Donny en de beste slijpers van Royal Coster Diamond. Een proces van ruim een half jaar. “We voegden steeds wat facetten toe, of haalden ze juist weg. Meer is niet altijd beter. Van te veel facetten op de boven- en onderkant werd de steen zelfs donkerder, terwijl veel facetten op de rondist juist extra reflectie bleek op te leveren. Het zoeken was naar de perfecte balans, naar de wowfactor: het slijpsel met het meeste vuur.

Eigen zetting

De gepatenteerde Royal Coster 201, met in iedere steen een unieke code gelaserd, werd bij Royal Coster Diamonds veelal los verkocht en in een sieraad naar keuze gezet. Vorig jaar werd besloten rondom het bijzondere slijpsel een complete sieradenlijn te lanceren, met een heel eigen zetting: de Signature C Collectie. Open en luchtig moest die zetting zijn, en in de vormgeving meteen doen denken aan Royal Coster Diamonds.

Manifestatie van de letter C

Donny: “Ik kan redelijk tekenen en heb samen met het team een aantal schetsen gemaakt. Het uiteindelijke ontwerp, een open zetting die het perfecte podium vormt voor de Royal Coster 201 diamant, is een manifestatie van de letter C. De C van Coster, van de vier C’s* waar diamant op beoordeeld wordt en van Confidence (vertrouwen). De modellen besprak ik met onze goudsmeden, tot duidelijk was of het technisch allemaal kon. ”

Met het Royal Coster 201 slijpsel en de Royal Signature C collectie heeft Royal Coster Diamonds iets heel eigens neergezet. Donny: “Maar hier willen we het niet bij laten. We denken momenteel na over variaties op de peer- en de ovaalvorm. Ik heb heel veel zin om weer een nieuw slijpsel te ontwerpen.”

*Colour Clarity Cut Carat

https://www.royalcoster.com/

Home

Dit verhaal verscheen eerder in het aprilnummer 2023 van vakblad Edelmetaal

“Ik houd gewoon heel erg van het authentieke ambacht”

Natuurlijk maakt goudsmid Sonja Hunefeld in haar Haagse winkel/werkplaats naast sieraden ook aanzoeks-, verlovings-, relatie- of trouwringen. Die moeten dan wel bijzonder zijn, vooral in de gebruikte techniek. Want eeuwenoude technieken onder de knie krijgen, dat vindt ze het allerleukste aan haar vak.

“Mensen die bij mij binnenkomen zijn vaak vijftig plus. Ze hebben in de loop der jaren hun eigen smaak ontwikkeld en weten wat ze mooi vinden. Mijn uitbundige stijl trekt hen. Trouwen doen de meeste vijftigers echter weinig. De schaarse keren dat een paar relatieringen zoekt, is er meestal wel een geschikt model in mijn bestaande collectie te vinden.

Uitgesproken ideeën

Als ze desondanks in de collectie niet vinden wat ze zoeken, maak ik iets anders dat ook bijzonder is. Ik heb wel eens tekst gegraveerd op de buitenkant van een heel brede ring en die vervolgens doormidden gezaagd. Beide partners hebben daardoor een halve, onleesbare tekst op hun ring. Alleen zij weten dat die samen met het andere exemplaar een betekenis heeft. Eén keer heeft een stel zelfs hun eigen trouwringen gemaakt. Allebei waren ze inderdaad rond de vijftig, allebei waren ze productontwerpers met uitgesproken ideeën. Ik begeleidde hen bij het vormgeven en deed de eindafwerking.”

Terug naar de basis

Welk sieraad Sonja’s klanten ook willen, het is altijd van begin tot eind handgemaakt. Sonja: “Ook de sluitingen en brocheringen. Ik vind het leuk om terug te gaan naar de basis. Om puur goud en zilver te gebruiken en technieken te onderzoeken die al meer dan 5000 jaar oud zijn. Met al onze hedendaagse apparatuur bereiken toch maar heel weinig goudsmeden dezelfde resultaten als de vakmensen van toen.”

Ongeduld

Die basis begint met legeren. “Ik vind het fascinerend om te weten hoe legeren feitelijk werkt. Dat wanneer je 75% fijngoud mengt met maar 25% witmetaal je opeens witgoud hebt. Of dat het groen wordt wanneer je het met cadmium mengt, al mag dat nu niet meer vanwege de giftigheid. Zelf willen legeren heeft ook met mijn ongeduld te maken. Als ik een ontwerp in mijn hoofd heb wil ik niet een of twee dagen wachten tot het juiste materiaal geleverd is. ”

Keum Boo

Een bijzondere techniek die Sonja zich met eindeloos lezen, YouTube-filmpjes kijken en experimenteren eigen heeft gemaakt is het Koreaanse Keum Boo. Het is een vorm van handvergulden, waarbij dik fijngoudfolie op een ander, verwarmd metaal wordt gewreven tot beide metalen fuseren. Waarom zo’n ingewikkeld proces? Sonja: “Gewoon vergulden vind ik goedkoop klinken. De laag bij galvanisch vergulden ís ook maar twee micron dik en slijt dus snel, zeker op ringen. Het folie bij Keum Boo is twintig micron en wordt één met het onderliggende metaal. De fijngoudkleur is heel geschikt voor accenten.

Minstens één keer mis

Om Keum Boo in de vingers te krijgen heb ik vooral heel veel uitgeprobeerd. Als het niet minstens één keer mis gaat zie je niet waar je allemaal op moet letten. Het allertofst van al dat onderzoeken vind ik dat ik zoveel leer. En andere goudsmeden zijn ook geïnteresseerd in die kennis. Ik heb al minstens tien keer een workshop gegeven aan collega’s, onder andere aan leden van het Nederlands Gilde van Goudsmeden.”

Granuleren

Tijdens de coronaperiode nam Sonja de tijd om zich te verdiepen in granuleren, de Etruskische techniek waar ze al langer nieuwsgierig naar was. Het werd een groot proces: pas na een jaar lukte het haar piepkleine, perfect ronde fijngoudballetjes te maken en die zonder soldeer te verbinden met een ondergrond.

Verdwijnende balletjes

Om de balletjes te maken wordt extreem dun draad in heel kleine stukjes geknipt. Die worden in een grafieten kroes tot balletjes gesmolten. Bij te hoge smelttemperaturen verbinden koolstofmoleculen zich echter met die van het goud en wordt de kristalstructuur instabieler. Dan is het gissen wat het precieze smeltpunt is, en kan het gebeuren dat bij het bevestigen op een ondergrond de balletjes verdwijnen.

Fusen

Als het wel allemaal gelukt is, worden de balletjes met een zelfgemaakte pasta op een sieraad geplakt en daarna met de vlam aan het oppervlak ‘gefused’. “Als het goed gaat ten minste”, zegt Sonja. “Het gebeurt ook dat ik denk dat alles gefused is, en dat dan toch balletjes loslaten. “

Nieuwe patronen

“Van granuleren ga ik kwijlen. Ik heb het vaak druk in mijn hoofd, maar van het positioneren van de balletjes in een mooi patroon word ik heel rustig. Daarbij wil ik niet de patronen van de oude Etrusken kopiëren. Ik zoek iets nieuws. Voor inspiratie kijk ik bijvoorbeeld naar wat sommige Afrikaanse stammen doen met scarification, het bewust creëren van littekens op de huid in de vorm van balletjes. Granuleren is een techniek die bijna niemand beheerst. Ik vind het leuk om anders te zijn en het wél te kunnen. Maar bovenal houd ik gewoon heel erg van het authentieke ambacht.”

www.odinski.com

http://www.meestergoudsmeden.nl

Een uitgebreide versie van dit verhaal verscheen in het decembernummer 2021 van vakblad Edelmetaal

De heilige en de broers

Deze afbeelding heeft een leeg alt-atribuut; de bestandsnaam is tim-en-bart-voor-de-toren-van-de-sint-plechelmusbasiliek.jpg
Tim (links) en Bart (rechts)voor de toren van de Sint Plechelmusbasiliek

Eerst waren ze gewoon broers. Als twintigers die hetzelfde beroep kozen, werden ze ook beste vrienden en zetten samen een bedrijf op. In hun vrije tijd werkten ze aan een eigen merk. Vanzelf ging het niet, maar nu is er een wachtlijst van drie jaar voor de handgemaakte horloges van Bart en Tim Grönefeld.

De website van de horological brothers is er alleen in het Engels, met dank aan een Australische marketeer die besloot ‘die jongens’ te helpen toen ze hun eigen merk mechanische horloges begonnen. Logisch is het ook, want de meeste klanten wonen in de USA en Azië. “In Nederland is het minder makkelijk. Wij zijn echte horlogemakers, die een goed product maken met een mooi verhaal. Dat onthouden ook de mensen die in andere landen wonen. Niet hoeveel schroefjes erin zitten”, vertelt oudste broer Bart. “De eerste kopers van zo’n twaalf jaar geleden zijn trots. Ze voelen zich visionairs en onderdeel van ons verhaal. Ze waren destijds op zoek naar iets aparts, dat niet per se uit Zwitserland hoefde te komen. Nu vissen veel liefhebbers achter het net.”

Liefde en besef

De broers groeiden op met een grootvader en vader, die in het Twentse Oldenzaal allebei uurwerkmakers met een juwelierszaak waren. Bovendien onderhielden ze het torenuurwerk van de meer dan een millennium oude Sint Plechelmusbasiliek, midden in het stadje. Een gespreid bedje, zou je denken, maar Bart wilde na het behalen van zijn diploma eerst elders ervaring opdoen. In het Zwitserse Neuchâtel deed hij een zes maanden durende cursus aan de Wostep, een school waar buitenlandse uurwerkmakers leren Zwitserse horloges te onderhouden. “Ik zag daar de prachtige verzameling horloges van een leraar”, glundert Bart. “Toen begon voor mij pas echt de liefde voor het vak. Het besef wat je allemaal met de hand kunt maken.”

Wat later koos ook Tim voor Wostep, en daarna bleven beide broers nog een aantal jaren omdat ze interessant werk kregen aangeboden. Uiteindelijk leidden ze het atelier van Renaud &Papi, een fabriek die eind vorige eeuw het summum van de Zwitserse horloge-industrie was. Tim was de man die zorgde dat horloges op tijd liepen, Bart was de specialist in slagwerken en bijzondere mechanieken.

Twinkeling

Oldenzaal, met dierbare familie en vrienden, was eind jaren negentig de reden dat ze terugkeerden naar hun geboortestad. Vader Sjef voorzag weinig toekomst in de detailhandel en adviseerde zijn zoons om een reparatieatelier voor mechanische horloges te beginnen. Breitling en IWC gingen graag met de getalenteerde Grönefelds in zee. Uiteindelijk hadden ze veertien mensen in dienst. Bart: “Maar als reparateurs stonden we nooit oog in oog met de klant. Daarom begonnen we in de avonduren met het ontwerpen en bouwen van ons eigen merk. De twinkeling van vreugde in iemands ogen bij het zien van iets wat je zelf gemaakt hebt, dat is toch het mooiste dat er is.”

Tong

Gewend als ze waren aan dure horloges, moest dat eigen merk iets heel goeds en moois worden. Behalve veel tijd staken ze er ook hun spaar- en pensioengeld in. Aan de vooravond van de economische crisis, in november 2008, lanceerden ze hun GTM-06. Een eenmalig horloge met een tourbillon met minutenrepetitie, dat 300.000 Euro kostte. Ze haalden er TV-programma Paul&Witteman mee, maar het vinden van afzetkanalen voor de vervolgmodellen was de eerste vier, vijf jaar lastig. Tot Bart op de beurs in Bazel met het uurwerk van hun tweede model One hertz in zijn hand rondwandelde en verzamelaar George Tong tegenkwam. Die vond de technische vormgeving mooi, met bruggen gemodelleerd als Nederlandse trapgevels. Hij bestelde de nummer 1 uit de serie, nog voor er een kast of wijzerplaat omheen zaten.

Eigen identiteit

Met de One hertz sloegen Bart en Tim de weg in van hun eigen identiteit. Horlogesites- en bladen schreven over hen. De website, Facebook en Instagram maakten direct contact met klanten mogelijk. Model nummer drie, de Parallax, leverde hen de Grand Prix d’Horlogerie de Genève op én een wederverkoper in Singapore. Voor hun volgende model, de Remontoire, kregen ze de prijs nóg een keer. In de Remontoire zit het verkleinde torenuurwerkmechaniek uit de Sint Plechelmusbasiliek. Daarbij draait een radertje op de wijzerplaat en schiet de wijzer elke acht seconden vooruit. Bart: “Daar schrik je bijna van. Het is een beetje spektakel. Mechanisch theater. Omdat de torenuurwerktechniek met een in de lucht hangende ketting niet werkt in een horloge, hadden we een belachelijk aantal onderdelen nodig om het te laten werken, met een klein differentieel. We hebben er 188 stuks van verkocht, met speciaal voor ons gemaakte onderdelen. Daar laten we het bij. Schaarsheid maakt mensen hebberig, waardoor wij weer nieuwe modellen kunnen ontwikkelen.”

Made in Oldenzaal

Het mechanisch uurwerk van de Sint Plechelmus is een essentieel onderdeel geworden van het Grönefeldverhaal. Geregeld nemen Bart en Tim klanten mee de toren op, en ze zijn ook van plan het onderhoud van het torenuurwerk over te nemen. Hun eigenheid heeft hen genoeg bestellingen geleverd om de komende drie jaar aan het werk te zijn. Op hun eerste horloge stond nog niet waar het gemaakt is, omdat verzamelaars geen interesse hadden als het niet Swiss made was. Nu staat op iedere Grönefeld vol trots: Nederland. En op hun laatste horloge zelfs: Oldenzaal.

De GTM-06. Een eenmalig horloge met een tourbillon met minutenrepetitie, dat 300.000 Euro kostte.

http://www.gronefeld.com

http://www.gronefeld.com

https://www.acollectedman.com/blogs/journal/renaud-et-papi-history

https://www.uitinoldenzaal.nl/

http://plechelmus.nl/

Dit verhaal verscheen in het oktobernummer 2021 van vakblad Edelmetaal

De gelukkige graveur

Lei Lennaerts is niet beledigd als je hem een vakidioot noemt. Hij vindt nu eenmaal alle facetten van graveren interessant. Over de breedheid van een zeldzaam geworden beroep.

“Niks lekkerder dan rechtstreeks met stekers werken. Schaven aan staal onder een microscoop en dan dat glinsterende staal zien opkrullen. Als een mes door de boter. Dat is puur, het echte graveren. En dan heel gedetailleerde stempels maken. Je kunt je zowel in 2D als in 3D technisch en creatief helemaal uitleven.

Munten van 1987

Waarom weet ik niet, maar van jongs af aan wilde ik graveur worden. Als puber maakte ik drukplaatjes en had een grote artistieke interesse. De basistechnieken, van handgravure tot de omgang met grote technische machines, leerde ik op de Vakschool in Schoonhoven. Toen ik daarna mijn stage mocht doen bij de Rijksmunt in Utrecht voelde ik me echt uitverkoren. Er werkten heel goede graveurs, van wie ik veel leerde en die me veel lieten doen. Ik maakte er ponsen voor het IJkwezen en de Waarborg van Edele metalen, en hielp met het maken van stempels voor de geldemissie van het volgende jaar. Zo dragen alle munten van 1987 mijn onzichtbare signatuur. Heel erg leuk natuurlijk.

Oude en nieuwe technieken

In september 1987 begon ik bij Venrooy Goud- en Zilverindustrie in Den Bosch. Ik werk er tot de dag van vandaag. Hier kan ik de hele range van mijn vak uitoefenen. Van hand- tot machinaal graveren en alles wat daar mee te maken heeft. Die breedheid past bij me: ik ben eerder generalist dan specialist. Ik heb het oude ambacht geleerd én ben meegegaan in nieuwe technieken. Per opdracht bekijk ik wat de beste techniek is. Penningstempels maakten we vroeger bijvoorbeeld door uitsnijden in een gipsen plaat. Vervolgens goten we die af in kunststof, tastten hem af op de reductiebank en freesden hem verkleind in staal. Tegenwoordig teken ik op de computer en maak na het 3D-printen of frezen met stekers de details. Ik heb ook de pneumatische steker omarmd. In een 3D-gravure kan ik daarmee snel veel staal wegsnijden, in plaats van het tijdrovende frezen of hakken met hamer en beitel.

Productie en unica

Veel van de stempels die ik bij Venrooy maak zijn voor productie in grote aantallen. We maken onderscheidingen, geschenken en sieraden voor bedrijven en instellingen. Bijvoorbeeld insignes, manchetknopen, armbanden en wijzerplaten voor horloges. Tussendoor doe ik dan weer klussen die niets met productie te maken hebben, zoals ontwerpen en gravures voor de handgemaakte horloges van meester-uurwerkbouwer Willem van den Berg. Of voor Venrooys eigen Sint Janshorloge, met in de wijzerplaat een bakje uitgespaard voor een heel klein stukje steen van de Bossche Sint Jansbasiliek. Wat ik ook interessant vind is onderzoek naar technieken die niet meer worden gebruikt, zoals het etsen van stempels. Strikt genomen is dat niet meer nodig, maar het geeft wel een bepaalde klassieke uitstraling.

Stempel voor stadhuispenning voor de Gemeenteraad van ’s Hertogenbosch

Meesterproject

Privé ben ik geïnteresseerd in Engelse lantaarnklokken. Ik kocht er ooit een die later vervalst bleek. ‘Dat gaat me nooit meer gebeuren’, dacht ik. Ik heb er een enorme studie van gemaakt. Daarna wilde ik een replica bouwen die niet van echt te onderscheiden is. Dat is gelukt. Ik heb alles zelf gedaan, van het gieten en smeden van messing tot het bouwen van het uurwerk, en uiteraard de gravures. Alleen het maken van de wekkerbel heb ik uitbesteed. Om te voorkomen dat iemand anders dezelfde vergissing begaat als ik, heb ik op ieder onderdeel mijn merkteken gezet, waardoor het altijd herkenbaar is als replica. Je zou het een meesterproject kunnen noemen, want dankzij die klok kwam ik door de ballotage bij het Britse Institute of Professional Goldsmiths. Sinds 2010 ben ik ook Meester bij wat toen nog het Bossche Gilde van Goudsmeden heette, en tegenwoordig het Nederlands Gilde van Goudsmeden.

Boterham

Dat de beroepsopleiding in Schoonhoven ergens in de jaren negentig van de vorige eeuw is afgeschaft vind ik ontzettend jammer. Veel deskundigheid is al verloren gegaan. Wanneer een bedrijf als Venrooy ooit op zou houden te bestaan, verdwijnt er nog veel meer en houdt uiteindelijk ook de vraag ernaar op. Graveerwerk is een niche, maar met de technieken zijn er nog steeds genoeg andere toepassingen mogelijk. En een goede handgraveur kan ook in de toekomst een prima boterham verdienen.”

www.venrooybv.nl

www.leilennaerts.nl

www.ipgoldsmiths.com

http://www.meestergoudsmeden.nl

Detailopname van de English Lantern clock, volledig door Lei gemaakt en gegraveerd

Diamant – het goede doen is vaak niet eenduidig

Foto door Monstera op Pexels.com

Twintig jaar geleden werd de World Diamond Council opgericht om de verspreiding van conflictdiamant tegen te gaan. Heeft dat gewerkt?

“Dat heeft gewerkt”, zegt diamantair Edward Asscher, sinds juni 2020 voor de tweede keer president van de WDC. “Dankzij alle beleid en maatregelen is een aantal burgeroorlogen zoals in Angola en Sierra Leone ten einde gebracht. De oorlogvoerende partijen konden de ruwe diamant waarmee wapens werden betaald nergens meer kwijt. Het percentage conflictdiamant in de wereldwijde productie is gedaald van 4 naar 0,04 procent. Nu bouwen we aan verbetering van alle andere aspecten eromheen, zoals sociale rechten en milieu. En we blijven op jacht naar die 0,04 procent.”

Misstanden tegengaan

Rond de eeuwwisseling maakten steeds meer NGO’s in ontwikkelingslanden melding van het gebruik van ruwe diamant voor de financiering van oorlogsvoering. Consumenten kregen er pas in 2006 weet van door Leonardo di Caprio’s film Blood diamonds. Iedereen in de diamant- en juwelenindustrie had er belang bij dat aan de illegale handel in ruwe diamant zo snel mogelijk een eind zou komen. Zowel uit ethisch als uit zakelijk oogpunt. Edward Asscher: “Als mens wil je misstanden tegengaan. Zakelijk wil je dat de consument erop vertrouwt dat iedereen in de keten het goed heeft.”

Kimberley Process

Als antwoord op die maatschappelijke ontwikkeling kwam in 2000 de WDC tot stand. De organisatie vertegenwoordigt bedrijven en organisaties van over de hele wereld, uit alle sectoren van de diamantketen. Van ruwe-diamantproducenten tot slijperijen, van edelsmeden tot juweliers. Het kostte de medewerkers drie jaar om een beleid te ontwikkelen dat de keten van ruwe diamant traceerbaar maakte – een system of warranties. Het resultaat werd in 2003 gepresenteerd aan vertegenwoordigers van tientallen regeringen en burgerorganisaties in het Zuid-Afrikaanse stadje Kimberley. Sindsdien heet de controle van de keten het Kimberley Process. Het valt onder de Verenigde Naties.

Gevangenisstraf

Het Kimberley Process heeft wetswijzigingen over de hele wereld tot gevolg gehad. Nergens mag nog ruwe diamant verkocht worden zonder een door de officiële regering van een land uitgegeven Kimberleycertificaat. De koper die toch zo’n partij aanschaft, is net zo strafbaar als de aanbieder. Het Kimberley Process maakte het bijvoorbeeld voor Liberia onmogelijk om nog langer uit buurland Sierra Leone gesmokkelde diamant te exporteren. De regering van dictator Charles Taylor had daardoor geen geld meer voor olie en wapens. Taylor zit nu in de Scheveningse gevangenis een straf van vijftig jaar uit wegens oorlogsmisdaden.

Urgentie

Na zo’n vijftien jaar was een nieuwe wind bij de WDC aangezegd. Er was behoefte aan democratisering en meer verbinding met de diamantairs. Van 2014 tot 2016 leidde Edward Asscher die reorganisatie. Vorig jaar werd hij op verzoek voor de tweede keer president. “Als je met pensioen gaat kun je dat doen, en ik weet er natuurlijk veel van. De urgentie van het Kimberley Process was en is onverminderd groot. Consumenten hechten steeds meer waarde aan maatschappelijk verantwoord gedolven en geslepen diamant en edelstenen.

Het respecteren van mensenrechten is nu ons belangrijkste thema. Bij de grote industriële mijnbouwers twijfelen we niet aan het respecteren van mensenrechten. Onze zorg geldt de artisanale delvers. Arme mensen die rondtrekken op zoek naar ruwe diamanten. Als ze dat doen op het gebied van een officiële mijn met een eigen securitydienst gaat dat wel goed. Maar wanneer de mijn hulp vraagt aan de regering, vinden er soms schermutselingen plaats die kunnen leiden tot schendingen van mensenrechten.”

Alluviale keten

“De WDC helpt gemeenschappen opbouwen, op dit moment ook door bemiddeling bij de toediening van COVID-vaccinaties. In samenwerking met het Gemfair-programma leren artisanale delvers wat de marktwaarde van diamant is, zodat ze zich niet meer laten afschepen met een kwart van de prijs. In Sierra Leone krijgen delvers ter plekke een prijs die klopt met de wereldmarkt. Vervolgens gaat de diamant in een verzegelde verpakking. Dan heb je ook de keten van de alluviale diamant in beeld.”

Geen antwoord

Het goede doen is vaak niet eenduidig. Edward: “Aan synthetische diamant kleven minder mensenrechtenissues en het is goedkoper. Het is echter niet milieuvriendelijker dan natuurlijke diamant, en voor die laatste heeft de consument toch een voorkeur. Wereldwijd verdienen vijf miljoen mensen de kost met natuurlijke diamant. Een land als Botswana haalt er zelfs 35% van zijn nationaal inkomen uit. Dus uitsluitend synthetische diamant gebruiken is niet de oplossing. Als je dat doet stort je miljoenen mensen over de hele wereld in de armoede. Ik sprak laatst een Indiër over de mensenrechten van tienduizend mijnwerkers in Zimbabwe. Hij zei: ‘Als je hier nu een eind maakt aan de alluviale winning, hebben driehonderdduizend slijpers in India straks geen werk meer. Wiens mensenrechten wegen dan het zwaarst?’ Ik had er geen antwoord op. ”

www.worlddiamondcouncil.org

https://www.kimberleyprocess.com/

https://gemfair.com/

https://www.knowbotswana.com/botswana-diamonds.html

Dit verhaal verscheen eerder in het meinummer 2021 van vakblad Edelmetaal

Stoer Zeeuws – Minderhoud veranderde streeksieraden van oubollig in onweerstaanbaar

Juwelier Minderhoud uit Westkapelle op Walcheren veranderde de eeuwenoude vormgeving van streeksieraden in hedendaagse hebbedingen. Zowel rechtgeaarde Zeeuwen als toeristen zijn er gek op.

“Klanten lagen nog net niet in slaapzakken voor de deur”, zeggen eigenaar Piet Minderhoud en goudsmid Angelique van Rooijen schaterend en tegelijkertijd nog steeds een beetje verbijsterd, zelfs vijftien jaar na dato. Ze hebben het over het gigantische succes van hun eerste moderne sieraad dat de Zeeuwse knop als uitgangspunt had.

Oubollig

Streeksieraden en klederdrachten werden vanaf de jaren twintig van de vorige eeuw in Nederland allengs minder gedragen. Deels omdat ze onpraktisch zijn – bij een vrouw vergen aankleden en vastmaken van sieraden bij elkaar al minstens een half uur. Deels omdat jongere generaties zowel de dracht als de sieraden oubollig vonden. Zilveren en gouden erfstukken als oorijzers, mutsspelden, broekstukken, beugelhaken en bloedkoraal-, granaat- en gitsnoeren lagen in talloze kasten te verstoffen.

Liefde voor streeksieraden

Piet Minderhoud, goudsmid en juwelier, bleef altijd wél geïnteresseerd in streeksieraden. Hij kreeg het met de paplepel ingegoten door zijn familie, die al sinds 1875 actief is op Walcheren. Lange tijd waren de meeste klanten vrouwen in klederdracht. Juist in Zeeland, met zijn door het vele water geïsoleerde gemeenschappen, waren hun sieraden heel gevarieerd. Je kon er van alles aan aflezen. Waar iemand vandaan kwam bijvoorbeeld, of diegene getrouwd was, vrijgezel of in de rouw.

Miljoenen knoppen

Vijftien jaar geleden nam Piet de winkelvoorraad over van een Middelburgse juwelier die met pensioen ging. In de talloze dozen troffen hij en Angelique sieraden met Zeeuwse knoppen, van heel klein tot heel groot. “Het leken er miljoenen. We verzopen erin”, grijnst Angelique. “Ze waren te goed en te mooi om zomaar te smelten, dus zei Piet: ‘Verzin eens wat, Angelique’. We monteerden grote knoppen op leren horlogebanden, op de plek van het uurwerk, zetten een kleine advertentie in de plaatselijke krant en toen liep het dus storm.”

Iedere week iets nieuws

Wat lange tijd oubollig was, werd opeens onweerstaanbaar. Onder de noemer Stoer Zeeuws ontwierp Angelique grote hangers, armbanden, ringen, oorhangers, bedels en broches, allemaal met een Zeeuwse knop. Klanten kochten de nieuwe ontwerpen, en zagen ook dat Minderhoud van hun erfstukken iets hips kon maken. Piet: “Ik vind het niet erg om die te verzagen. Alleen van zeldzame sieraden als mutsbellen, dop-ringen en filigrain kraalhaken blijven we af.” Iedere vrijdag, al vijftien jaar lang, verzint Angelique iets nieuws. Meestal een sieraad dat in oplage gemaakt kan worden. Soms iets waar er maar twee van zijn. Een enkele keer een uniek stuk, al dan niet in opdracht. In de beginjaren waren grote zilveren knoppen gewild, momenteel zijn kleinere sieraden in. De huidige merknaam Trendy Zeeuws omvat de hele voortdurend groeiende en veranderende collectie.

Gewoon beginnen

Angelique bekijkt de laatste trends op Pinterest, Instagram en in vakbladen. Als het zo uitkomt geeft ze daar een Zeeuwse draai aan. “Een Zeeuwse knop hoort er altijd wel in, maar ik gebruik ook zwarte glazen knopen van oude mannendracht, gouden krullen en stukken van oorijzers. Of ik wals het kantpatroon van een muts in gegloeid zilver en maak daar een sieraad van. Vaak verguld ik een deel in dezelfde fijngoudkleur als die van traditionele streeksieraden. Op dit moment gebruik ik veel kleurstenen. Ik teken nooit van tevoren een ontwerp, en ontwerpen op de computer of 3D-printen doe ik ook niet. Dat is zó seksloos. Er zit geen leven in, het is té perfect. Ik pak een stuk zilver en begin gewoon. Hoe meer ik bezig ben, hoe meer ideeën ik krijg.”

Nieuw symbool

Verzamelaars kochten altijd al voor flinke bedragen, maar nu zijn de Zeeuwen weer zo trots op hun traditionele knop, dat het uitgroeide tot een nieuw symbool voor de provincie. Tegenwoordig vind je de knop op mokken, kleding, handdoeken, in chocola- en in dropvorm. En het Zeeuws Museum in Middelburg vroeg of Minderhoud sieraden wilde leveren voor in de museumwinkel. Allemaal mooie gevolgen van Minderhoud’s trouw aan Zeeuwse sieraden. Piet en Angelique genieten ervan. Met volle teugen.

www.juwelierminderhoud.nl

https://www.zeeuwsmuseum.nl/nl

Grote Zeeuwse knop op leren armband
Gehamerd, gezwart zilver met fijngoudvergulde Zeeuwse knoppen

Dit verhaal verscheen in het juninummer 2021 van vakblad Edelmetaal

Vintage horloges – Een verbazingwekkend wondertje op kleine schaal

Cartier Tank dameshorloge

Cartier Tank dameshorloge  

Jacco Reversma (Spiegelgrachtjuweliers Amsterdam): “De vraag naar vintage horloges stijgt al jaren. Mensen houden van historie, van authenticiteit, van horloges met een verhaal. Vintage en occasions hebben zo’n verhaal automatisch. Met leeftijd heeft dat niet per se iets te maken. Soms is het gekoppeld aan een persoonlijkheid, zoals de Rolex Daytona die dankzij Paul Newman wereldfaam kreeg. Het kan een gebeurtenis zijn, denk aan de Omega Speedmaster die mee mocht op de eerste maanreis. Of een in zijn tijd nieuwe complicatie. En daarbij heb je de ontzettend gave techniek van mechanische horloges. In essentie is de slingerbeweging dezelfde als in grote uurwerken. Een wondertje dat het werkt op die kleine schaal.

Vrouwelijke clientèle

Het verschil tussen vintage en occasion is een grijs gebied. In principe is natuurlijk elk gebruikt horloge een occasion. Vanaf vijftien jaar noemen we het jong gebruikt. Vintage is meestal mechanisch, maar ook quartz hoort er bij. Zeker de vrouwelijke clientèle, zo’n vijfendertig procent, vindt quartz vaak prima. Voor hen zijn er bijvoorbeeld Cartiers en dames-Rolexen.

Mysterie

We doen alleen in vintage polshorloges die niet meer gemaakt worden, van gerenommeerde merken. Altijd gewild is Rolex. Enorm goed geconstrueerde horloges, waarbij de vraag naar nieuwe modellen standaard groter is dan het aanbod. Wat Rolex nog meer aantrekkelijk maakt is het mysterie rond het merk. Ten eerste is het een stichting, die bovendien geen historische informatie geeft over hun modellen. Geïnteresseerden moeten die bij elkaar sprokkelen bij andere partijen en daarom kan de informatie nooit honderd procent accuraat zijn. Ten tweede is Rolex natuurlijk een statussymbool.

Liefhebbers

Ook geliefd in de hogere prijsregionen zijn de Patek Philippe horloges. Ze zijn bijna altijd gemaakt van edelmetaal, met uurwerken van eigen makelij, in een klassieke vormgeving. Het bedrijf is in tegenstelling tot Rolex juist heel open in het beschikbaar stellen van relevante en nuttige informatie over vroegere modellen. Patek’s zijn echt horloges voor liefhebbers. Net zoals bijvoorbeeld de Omega Speedmaster, ook wel bekend als ‘The Moonwatch’.

Investering

Heel vaak vragen klanten naar de zin van het horloge als investering. Wij kunnen natuurlijk niet in de toekomst kijken en voorspellen welk merk en type gegarandeerd meer waard worden. Over het algemeen gaat daar tijd overheen. Occasions zijn vaak wat goedkoper dan een nieuw horloge. Voor vintage geldt dat niet. Vanaf een leeftijd van veertig jaar zijn ze meestal veel duurder dan in de tijd dat ze op de markt kwamen. Een edelmetalen kast of gesp heeft invloed op de nieuwprijs, maar niet noodzakelijkerwijs op de prijs van een vintage horloge. Het zit eerder in de oplage en daarmee in de zeldzaamheid. Tot de verbeelding sprekend is wederom de Daytona. In de jaren zestig had die een nieuwprijs van 300 dollar. Nu gaat hij voor 50.000 dollar of meer over de toonbank.

Dozensnuiver

Nep is soms alleen te herkennen aan de binnenkant. We onderzoeken eerst of het uurwerk goed en echt is en of verpakking en garantiecertificaat origineel zijn. Behalve de kwaliteit van de materialen en corresponderende nummers op horloge en garantiebewijs, is geur daarbij essentieel. Mijn collega’s noemen me gekscherend de dozensnuiver: ik ben gek op de geur van oud papier en verpakkingen en kan letterlijk ruiken of ze authentiek zijn.

Glimlach

Voordat een horloge de winkel ingaat en op de website wordt geplaatst, worden versleten onderdelen vervangen. Het uurwerk wordt schoongemaakt, geolied, gemonteerd en getest. Het moet naar behoren functioneren, passend bij de leeftijd. Ik hoop dat onze klanten ook komen voor onze verhalen, dat ze die waarderen. Het belangrijkste is altijd: Wat brengt een glimlach op het gezicht? ”

O   Omega Speedmaster 1962

http://www.spiegelgrachtjuweliers.nl

https://www.omegawatches.com/watches/speedmaster/moonwatch/professional/product

https://www.rolex.com/nl/watches/cosmograph-daytona.html

https://www.patek.com/en/home

Dit is een ingekorte versie van een verhaal dat verscheen in Horloges/0024, editie zomer 2020

Toch weer klokken op de Domtoren

De klokken op de Utrechtse Domtoren zijn de komende jaren onzichtbaar, omdat het gebouw voor renovatie volledig in de steigers staat. Dankzij voormalig Utrechter Marco van den Eventuin is de tijd nu toch weer aan alle vier de zijden af te lezen.

“Ik wilde dit zó graag doen! Ik woon tegenwoordig in Brabant, maar ben van origine een Utrechter. Veel Utrechters misten hun vertrouwde blik op de torenklokken. Daarom besloot de gemeente om voor zolang de renovatie duurt  een oplossing te zoeken, en vorig jaar kreeg ik de opdracht om vier tijdelijke klokken te plaatsen op de Domtoren. Het is een enorme eer, en natuurlijk mooie reclame voor mijn bedrijf Kloksgewijs, waarmee ik in heel Nederland grote klokken plaats en onderhoud.

Geboorteklok

Ik was altijd al geïnteresseerd in ondernemen, maar had mijn niche nog niet gevonden. Tot mijn vrouw en ik als kraamcadeau voor ons eerste kind een geboorteklok kregen. Op de plaats van de wijzerplaat zat een print van het geboortekaartje. Ik vond het leuk en bijzonder en ging ze op mijn zolderkamer zelf ook maken. Eerst verkocht ik die geboorteklokken in mijn kennissenkring, zo’n tien per jaar. Vanaf dat ik een website had werden het er tien per maand.

Ja dat kan

Ik ben een praktijkman, technisch aangelegd en gewend om dingen strak te organiseren. Met een achtergrond in bouwkunde en weg- en waterbouwkunde werd ik projectleider in de standbouw. Tegenwoordig  ben ik zowel bouwkundig projectleider bij het UMC Utrecht als eigenaar van Kloksgewijs. Ik heb geleerd om eerst te zeggen: ‘Ja, dat kan’, en dan vind ik altijd een oplossing

De eerste

In 2010 wilde de gemeente Heerhugowaard voor de hal van het gemeentehuis een muurklok met een doorsnee van 2.35 meter. Het moest een cirkel van twaalf sterren zijn, het symbool van de Europese unie. Met mijn kennis van standbouw kon ik hen adviseren. Het was een opdracht van 10.000 Euro, die ik moest voorfinancieren van mijn spaargeld. Maar ik dacht: ‘dat kan ik’, en zocht net zo lang tot ik een onderneming vond die de klok kon maken.

Luid- en LEDklokken

De volgende opdracht was een gevelklok van 2.50 meter doorsnee voor het appartementencomplex Lemaire in Amersfoort. Daarna realiseerde ik een klok van 3.35 meter voor het stadsdeelkantoor Zuidoost in Amsterdam. Op een gegeven moment ging ik ook luidklokken en grote LED-klokken leveren.

BMW

Ik doe nooit concessies aan kwaliteit, daar word ik ongelukkig van. Wanneer je het zou willen vergelijken met een auto zeg ik: ik lever vanaf het niveau BMW/Mercedes tot en met Rolls Royce. Ik ben de organisator en de monteur. Het is belangrijk om dat zelf te doen. Zo houd ik feeling met de opdrachtgever en met wat er gebeurt bij plaatsing en montage. Bij grote klussen krijg ik hulp van een heel handige freelancer, die blijft tot het helemaal goed is. Als het om elektrische uurwerken gaat, kunnen we samen alles oplossen.

Inkoopsprijs

Voor de Domtoren plaatsten we in het steigerframe vier spandoeken met een print van de oorspronkelijke wijzerplaat. Voor het motoruurwerk zijn wat extra stangen gemaakt. De moederklok hangt in de Domtoren, de wijzers zitten vast op de as. Ze zijn respectievelijk 1.42 meter en 2.12 meter en gemaakt van RVS met bladgoud. Mijn eigen uren heb ik niet gerekend, en ik heb de beste spullen geleverd tegen inkoopsprijs. Die klokken slijten niet, dus kunnen ze na vijf jaar zelfs doorverkocht worden. Ik heb hier helemaal niks aan verdiend, maar op dit moment beschouw ik het als de kroon op mijn werk. De volgende is misschien de Notre Dame in Parijs. Ze mogen me altijd even bellen!”

http://www.kloksgewijs.nl

https://www.rtvutrecht.nl/nieuws/3731863/domtoren-krijgt-wijzerplaten-terug-ik-zou-zeker-gaan-kijken

https://www.nu.nl/binnenland/6311800/domtoren-in-utrecht-krijgt-na-vijf-jaar-eindelijk-wijzerplaten-terug.html?referrer=https%3A%2F%2Fduckduckgo.com%2F

Dit verhaal verscheen in het AD van 29 juli 2020, regionale editie Utrecht.

Lemaire

Home

Klokken

https://erfgoed.utrecht.nl/verhalen/domtoren/luidklokken-domtoren/

Foto’s: Domtoren in Utrecht krijgt wijzerplaten terug

https://nos.nl/artikel/2519461-utrechtse-domtoren-krijgt-opgeknapte-wijzerplaten-na-vijf-jaar-terug

https://www.rtvutrecht.nl/nieuws/3732730/zo-werden-wijzerplaten-de-dom-op-getakeld-spectaculair

Haarlemse zilversmid Karel Schermerhorn streeft naar handgemaakte perfectie

HZS is een van de laatste ambachtelijke zilversmederijen van Nederland. Karel Schermerhorn werd in 1998 eigenaar, maar het Haarlemse bedrijf zelf bestaat al een eeuw. Karel streeft naar handgemaakte perfectie.

“Na de opleiding in Schoonhoven heb ik nooit meer iets aan goudsmeden gedaan. Ik vond zilversmeden zóveel leuker!”, vertelt Karel. “In die hoedanigheid werkte ik een jaar of tien in loondienst, tot ik George Presburg leerde kennen, eigenaar van de Haarlemsche Zilversmederij. Bij hem werden ambachtelijke producten gemaakt, maar vanwege zijn leeftijd wilde hij de zaak graag verkopen. In 1998 nam ik het bedrijf over, inclusief allround zilversmid Lex Baartse. Lex is uiteindelijk bijna zestig jaar bij HZS in dienst geweest.”

Groei en bloei

Arnold Presburg en Arie Hoogteyling begonnen de Haarlemsche Zilversmederij in 1919. Ze maakten zilverwerk voor voornamelijk huishoudelijk gebruik, zoals broodmanden, dienbladen, koektrommels, kandelaars en peper- en zoutstellen. Vanaf 1932 ging Arnold alleen verder. Het bedrijf bloeide in de jaren vijftig en zestig, toen de Nederlandse bevolking na de karige oorlogstijd eindelijk weer geld had en het graag spendeerde aan mooie spullen. HZS had in die tijd maar liefst zestien werknemers. In 1971 kwam zoon George Presburg aan het roer. In latere decennia ging menig groter bedrijf over de kop. HZS bleef, zij het op kleinere schaal, overeind.

Perfectie

Bij de overname koos Karel voor drie strategische speerpunten. Het eerste was de kwaliteit van de producten. Die was goed, maar hij vond dat het tot in detail perfect moest zijn. Dus nooit een dienblad waarvan de bodem niet honderd procent strak was, of een parelrand die eindigde in een halve parel. Waardoor klanten gingen zeggen: “Handgemaakt? Da’s knap!” Tweede speerpunt was het opnieuw aanbieden van oudere productmodellen. Sommige werden op dat moment al twintig jaar niet meer gemaakt, maar alle mallen lagen er nog. Veel klanten waren blij dat ze weer in productie genomen werden.”

Restauratie en reparatie

Het derde en inmiddels belangrijkste speerpunt is restauratie en reparatie. Restauratie van voornamelijk 17e– en 18e-eeuws zilverwerk, vervaardigd door leden van de in die tijd zeer machtige gildes, en reparatie van occasions, die ingebracht worden door handelaren of verzamelaars. Karel: “Omdat we zoveel kunnen maken, kunnen we ook heel veel restaureren”. Zijn keuze voor dat laatste specialisme is een goede gebleken. HZS werkt nu voornamelijk voor antiquairs, handelaren, particulieren, musea, kerken en synagogen.

Mysterie

Afgelopen november kreeg HZS het predicaat Hofleverancier. Daarvoor hoef je niet per se iets voor het hof gedaan te hebben, al is dat bij HZS wel het geval. Zo werden in de Presburgtijd HZS-producten bij staatsbezoeken meegenomen als relatiegeschenk. Een bedrijf kan het predicaat aanvragen bij het honderdjarig bestaan. “Waaróm je het uiteindelijk krijgt is een mysterie”, zegt Karel. “Je moet iets toevoegen aan de samenleving, aan de branche en aan je buurt. De redenen waarom je aan die eisen voldoet krijg je niet te horen. Hoe dan ook is de toekenning een leuke ode aan het bedrijf.”

Zestig jaar zilversmid

Lex Baartse heeft als zilversmid in belangrijke mate bijgedragen aan het succes van HZS. Als veertienjarige kwam hij letterlijk in zijn korte broek het bedrijf binnen. De oudere zilversmeden leerden hem het vak, en naarmate hun aantal afnam kreeg hij steeds meer taken. Lex deelde op zijn beurt zijn kennis met Karel toen die het bedrijf overnam. Pas op zijn 74ste ging hij, na een dienstverband van bijna zestig jaar, met pensioen.

Openheid

Karel heeft geen vaste medewerkers meer, maar geregeld deelt hij zijn ruime werkplaats met jonge vakgenoten, stagiairs en antiquairs. Soms ook met particulieren die aan hun eigen projecten willen werken. “Door me open te stellen voor andere mensen en disciplines blijf ik doorleren. Ik ben technisch creatief: ontwerpen creëren uit het niets kan ik niet, maar wat me aangereikt wordt kan ik maken. En wat anderen beter kunnen, zoals laserlassen of handgraveren, laat ik graag door anderen doen.”

www.haarlemschezilversmederij.nl

Dit verhaal verscheen in langere vorm in vakblad Edelmetaal, editie april 2020

Foto’s: Maurits van Hout http://www.mauritsvanhout.nl

https://www.koninklijkhuis.nl/onderwerpen/onderscheidingen/predicaat-hofleverancier

De ambachtelijke horloges van Willem van den Berg

   

De afgelopen tien jaar bouwde Brabander Willem van den Berg elk jaar een nieuw horloge. Soms in een kleine oplage van maximaal tien stuks, soms zelfs unieke exemplaren. Vrijwel altijd in samenwerking met de allerbeste edelsmeden, graveurs, zetters en emailleurs.

Decennia lang restaureerde Willem van den Berg antieke klokken en horloges, maar sinds 2006 legt hij zich toe op het bouwen van zijn eigen merk ambachtelijk gemaakte horloges in beperkte oplage. Waar hij emotie in kan leggen en verhalen mee kan vertellen.

Skyline

Hij begon met een handgemaakt Skyline-horloge. In een door hem zelf ontworpen gouden kast bouwde hij een automatisch uurwerk in. Aan de achterzijde is de skyline van ‘s-Hertogenbosch te zien, met rechts het provinciehuis en links de Sint-Jan’s basiliek. De Bossche draak, het symbool van de stad, werd als rotor ingebouwd. Daarna volgde een model met de skyline van Rotterdam.

Uitbundige barok

Vervolgens vroeg Willem zich af wat hij zelf nog meer mooi vond. Hij kwam uit bij de uitbundige barok van 17e en 18e-eeuwse Engelse horloges, waarin vaak de techniek van champlevé emaille (een gravure of ets, gevuld met emaille) werd toegepast. Het werd zijn focus in een tijd dat minimalisme de trend was.

Symboliek

Ieder model zit vol symbolen en verwijzingen, gemaakt met een grote variatie aan technieken. In de loop der jaren heeft Willem zich zelf bijgeschoold op het gebied van goudsmeden en graveren, maar hij maakt daarnaast veel gebruik van de diensten van de beste edelsmeden, graveurs, zetters en emailleurs. De meesten zijn lid van het Nederlands Gilde van Goudsmeden. Wie daar toegelaten wil worden, moet aan heel hoge eisen voldoen.

Van Gogh en Jeroen Bosch

In de Vincent van Gogh bijvoorbeeld, schilderde emailleur Jos Houbraken op de verenstalen dagschijf fragmenten in miniformaat van zeven van Van Gogh’s bekendste werken. Verborgen in de kast zit een heel klein beetje grond uit de tuin van Van Gogh’s geboortehuis. In het Jeroen Bosch-horloge zijn gravures te zien van Bosch’ tekeningen. De wijzers hebben de vorm van veren. De secondewijzer is zelfs een minuscuul echt veertje.

Horloge voor Bas van Wijlen

Momenteel werkt Willem aan een horloge met als thema WOII. En onlangs kwam een uniek horloge af voor Bas Verwijlen, de Nederlandse schermer die drie keer meedeed aan de Olympische Spelen. Het zit vol met persoonlijke en Olympische verwijzingen. Een floret op de zijkant van de kast bijvoorbeeld, en op de rotor gezaagde en gegraveerde symbolen van de drie steden waar Verwijlen meedeed aan de Olympische Spelen. Op een van die symbolen, de Londense Big Ben, staat het torenuurwerk vast op het geboortetijdstip van Verwijlen’s dochter.

Brede blik

Willem kan al die bijzondere horloges realiseren dankzij de hulp van de edelsmeden, graveurs en emailleurs van het NGG. Hij is er ontzettend blij mee. “ Het is geweldig om samen te werken met de allerbeste vakmensen. Door wat zij kunnen in technisch en artistiek opzicht, kan ik mijn blik verbreden over wat mogelijk is.”

www.vandenbergwatches.com

http://www.meestergoudsmeden.nl

https://www.sint-jan.nl/

https://www.brabant.nl/over-brabant/provinciehuis

https://www.denbosch.nl/nl/projecten/bosschedraak

http://www.restauratieconvergent.nl/houbraken.aspx

Dit verhaal verscheen als onderdeel van een groter artikel in het blad Horloges 0024, editie winter 2019/voorjaar 2020