Ja visje nee visje

Soms krijg je van een liefhebbende overheid dubbele boodschappen. Zoals die over vis. Ons wordt op het hart gebonden een paar keer per week vis te eten, omdat het zo gezond is. Tegelijkertijd stelt diezelfde overheid vangstquota op, omdat de zeeën leeggevist raken. En hoe gezond is dat ?

Het doet het me veel plezier te melden dat de huidige visquota in ieder geval al een behoorlijk effect hebben in de Noordoost-Atlantische wateren. Dankzij die vangstbeperking worden veel vissoorten nu duurzaam gevangen, en lijkt het erop dat een aantal populaties zoals schol, haring en tong zich heeft hersteld en verder groeit. Dat is reden tot vreugde.

Alleen nog niet om dan maar weer naar de visboer te snellen en onbekommerd raak te vreten. Hoe lekker de harinkies en zalmen ook zijn. Lekker duurt ten slotte maar heel kort, en in ons land is zo’n overvloed aan voedingsmiddelen te koop dat je je honger op talloze andere manier kunt stillen.

Nieuwe vis

Al hoort overbevissing grotendeels tot het verleden, een populaire witvis als de kabeljauw is nog niet uit de gevarenzone. Daarom moet je voorkomen dat de enorme varende fabrieken die vissersschepen vaak zijn, de zeebodem omwoelen met hun sleepnetten. Want dan wordt het daar zo’n zootje dat vissen geen kans meer krijgen om te paaien. Gevolg: geen jong grut. Dan kun je die twee keer per week vis sowieso heel snel schudden.

Ik zelf eet al een jaar of 35 geen vis meer en voel mij, sorry voor de woordspeling, kiplekker. Als iedereen een jaar lang geen zwemmende vriendjes meer consumeert, zou het best kunnen dat de visstand zich in no time vollédig herstelt.

Het moge duidelijk zijn: ik schuw de drastische maatregel niet.

In ons polderland gaat dat echter naar alle waarschijnlijkheid niet gebeuren. Omdat ik de flauwste niet ben zeg ik daarom: kijk eens of je het kunt, minder vis eten. En als je het toch doet, neem dan soorten waarvan er genoeg zijn. Stichting de Noordzee heeft er een viswijzer voor ontwikkeld. Uiteraard ook te downloaden als app.

Nog een gedachte voor degenen die vrezen voor de werkgelegenheid van vissers. Voor hen is het natuurlijk rot wanneer ze minder werk hebben. Maar ook hier geldt weer: als de zee leeggevist is, ontkom je écht niet meer aan omscholen.

http://www.goedevis.nl/

http://www.noordzee.nl

503 na de renovatie 003

https://www.noordzee.nl/stichting-de-noordzee-viert-40-jarig-jubileum-met-het-noordzeebanket/

 

Het hele dorp aan de zonne-energie. Dankzij analfabete solar engineers.

Een donkere mannenstem met zwaar brouwende Afrikaanse tongval begeleidt de beelden. Het filmpje gaat over 170 analfabete vrouwen, die binnen zes maanden volledig vakbekwame solar engineers werden. Vrouwen uit 26 verschillende Afrikaanse landen, die vaak zelfs nog nooit hun dorp uit waren geweest.

In die dorpen is het na zonsondergang pikdonker. De vrouwen wilden licht, zodat je ’s avonds ook gezellig bij elkaar kunt zitten en kinderen huiswerk kunnen maken. Waardoor ze beter opgeleid raken en nieuwe welvaart naar hun dorp brengen. En ze wilden ook genoeg stroom om op te koken, zodat ze niet meer zoveel tijd kwijt zijn aan hout sprokkelen. Alles zonder het brandgevaar, de giftige dampen en de kosten van geïmporteerde diesel of kerosine.

De dorpen hebben dus praktische oplossingen nodig, in de vorm van zonne-energie bijvoorbeeld. De ervaring van het Barefootcollege, gevestigd in het Indiase Tilonia, was dat je beter geen blanke ingenieurs op het probleem los kunt laten. Dan krijg je een top down proces dat jaren kan duren. Over het bijbrengen van kennis aan zwarte mannen is de brouwende stem ook stellig: “ Men are untrainable because they are restless, ambitious and compulsively mobile. They all want a certificate so they can leave their village for a job in the city. ” Wanneer de vrouwen het zelf aanpakken, komen de gewenste resultaten veel sneller tot stand én blijven ze in hun dorp.

Een klein aantal was al opgeleid aan het Barefoot college in India. Het opleidingsinstituut is ooit in het leven geroepen om de allerarmste plattelandsbewoners op eigen kracht uit hun armoede te helpen. Het Barefoot college vindt dat ongeletterde armen ook het recht hebben om door moderne technologie hun leven te verbeteren. Het heeft technologie van zijn mysterieuze status ontdaan en al duizenden geleerd hoe ze het zelf kunnen beheren. De groep van 170 vrouwen kreeg haar opleiding van de in India getrainde voorgangsters. Maar dan aan de Afrikaanse vestiging van het Barefoot college in Kontaline, Burkina Faso.

Omdat de groep zoveel verschillende talen sprak, leerde ze alles wat ze moest weten met kleuren, tekeningen en gebarentaal. Praktisch en handig zijn is al hun tweede natuur, theorie hebben ze nauwelijks nodig. Binnen zes maanden had iedere vrouw dezelfde praktische vaardigheden als westerse ingenieurs na een lange studie. Precies wat ze nodig hadden om hun hele dorp, soms wel 500 huizen, van zonne-energie te voorzien. En dat deden ze, met verve, authoriteit en vaardigheid.

Het opleiden van vrouwen tot solar engineers is een doorgaand project.

Als je het filmpje bekijkt ben je waarschijnlijk net zo onder de indruk en enthousiast als ik.

Met dank aan Nisandeh Neta, die me opmerkzaam maakte op het werk van het Barefootcollege.

http://www.barefootcollege.org/

Zuipschuit

Jullie, mijn lieve lezers en lezeressen, en ik ook, bestaan voor zo’n zeventig procent uit water. Dat willen we, bewust of onbewust, graag zo houden. Dus drinken we elke dag tussen de anderhalf en twee liter water. Al dan niet op smaak gebracht met koffie, thee, vruchten of suiker.

Persoonlijk vind ik vooral water met hop en granen nogal aan te bevelen. Verfrissend op warme dagen, verwarmend als het wat zwaarder van smaak is en een degelijk alcoholpercentage heeft. Nota bene: dat maakt mij nog niet tot een zuipschuit. Eeuwenlang dronk de bevolking van mijn stadsie Utreg liever bier dan water uit de Oude Gracht. Gezonder, omdat allerlei snode ziekteverwekkers doodgegist waren. In een maatschappij van armoedzaaiers haalde het waarschijnlijk ook de scherpe randjes van een niet altijd comfortabel leven. Sociale duurzaamheid avant la lettre, noem ik dat.

Maar ik dwaal af. Het water uit mijn kraan is schoon, mijn leven ook verder heel aangenaam. Ik vind bier gewoon lekker. En ik ben niet de enige. De laatste jaren begint menig echte liefhebber een eigen brouwerijtje, met mooie gevolgen. Vaak streven deze adepten naar het gebruik van biologische ingrediënten en zuinige bedrijfsprocessen.

Wat mij als Limburgse stiekem deugd doet, is dat Gulpener in die verder toch behoorlijk conservatieve provincie al heel lang bezig is met duurzaam brouwen. In de restaurants van dit landsdeel had ik zelfs in het begin van dit millennium nog moeite een vegetarische maaltijd te krijgen. Het woord milieubewust stuitte op niet-begrijpende blikken. Juist in die streek was Gulpener stilletjes maatschappelijk verantwoord bier aan het maken. Met zoveel mogelijk biologische granen en hop uit de directe omgeving. Het vee van de leverende boeren krijgt het voedingsrijke brouwrestant te eten. Groene stroom is standaard, en hergebruik van bedrijfsafval wordt steeds verder verfijnd.

Maar het blijven natuurlijk Limburgers, dus moet het in de eerste plaats lekker zijn. Of dat gelukt is kan ik voor niemand bepalen. Ik trek in ieder geval vast een zware uit de koelkast.

http://www.gulpener.nl/brouwen/duurzaam/

http://www.gulpener.nl/duurzaamheidsverslag-2012/

http://https://www.youtube.com/watch?feature=player_detailpage&v=BM_HnteLakU

Gelukkig uit elkaar

Twee maanden zouden we samen optrekken.

Het werden er drie, omdat de lieftallige dame die het energiebespaarproject begeleidde op vakantie was. Mijn Wattchertje gaat nu naar iemand anders. Want, zoals alles in het leven, was onze liaison tijdelijk.

Eind juni installeerde ik hem. Evenals een aantal buurtgenoten, dat zich ook ziet als milieufreak die het eigen energiegebruik prima in de hand heeft. Maar al snel merkte ik dat het best kon, nog minder elektriciteit verbruiken. Vooral die weglekstroom, van apparaten die op standby staan of waarvan de stekker in het stopcontact zit terwijl het apparaat is losgekoppeld.

Wattchertje is een soort meubelstuk geworden. Hij hoort in het interieur. Ik ben gewend geraakt aan zijn zacht oplichtende cijfers, die van mij bij het opstaan niet meer basisverbruik aan mogen geven dan 30 Kwh. Zit hij daar (ver) boven, dan controleer ik automatisch of ergens iets onnodig aan staat. In de loop van de dag zie ik wel het leuke uiterlijk, maar denk verder niet meer actief na zoals in het begin, toen ik nog wel eens opgefokt jacht maakte op stiekeme stroomvreters.

Het hoeft ook niet meer. In die drie maanden is het vanzelfsprekend geworden om radio, broodrooster en schemerlamp aan te zetten met de schakelaar van een stroomonderbreker, in plaats van met hun eigen aan/uit knop. Ook voor het kroost, dat in de beginperiode nog wel eens vergat dat er iets veranderd was en dan mopperde dat dit of dat kutapparaat kapot was. Nu vinden ze het vanzelfsprekend om op hun sluipverbruik te letten. Hun trotse moeder ziet dat ze de stekker van hun oplader uit het stopcontact trekken, zodra hun verbinding met de buitenwereld is opgeladen. En zelf zet ik voor het slapen gaan gedachteloos de router uit, en lees in bed bij het licht van die andere huisvriend, de Waka Waka.

Wattchertje heeft ons bewuster gemaakt, en daar was het om te doen. Wij willen niet minder comfort, niet minder genieten van onze fijne apparaten en al helemaal niet in het donker zitten. Alleen doen we dat nu met minder elektriciteit. Toch zijn we nog net zo gelukkig als voorheen. Misschien zelfs een beetje gelukkiger. Want van het bespaarde bedrag gaan wij lekker drankjes doen op een terras.

blije duurzamista - wattcher thuis 002

http://www.wattcher.nl

 

Lees ook

https://blijeduurzamista.wordpress.com/2013/07/05/twee-maanden-met-de-wattcher/

https://blijeduurzamista.wordpress.com/2013/07/14/wie-vreet-watt/