Wim (69)
“Ik ben net tien dagen met de camper naar de Duitse Waddenkust geweest. Voor het eerst in 45 jaar was ik op vakantie zonder Riet. Ik moest er echt even uit, maar ik heb daar ontzettend zitten janken omdat ik haar zo miste. In gedachten hoorde ik haar roepen: Wim! Wim! Zoals ze me altijd roept, bij alles wat ze nodig heeft.
Zeven weken geleden zijn we verhuisd naar een zorgappartement voor dementen. Een noodsprong, ik kon de verzorging niet meer aan. Dat er nu 24 uur per dag hulp is, is een opluchting. Ik hoef er niet meer vier keer per nacht uit om haar op de WC te helpen. Evengoed voel ik me beroerd. Ik ben de enige gezonde hier. Overdag staan allerlei mensen bij de voordeur te schreeuwen, ze plassen waar het ze uitkomt, ’s nachts gillen ze. Toen we hier een week woonden vroeg Riet: ‘Zijn dat nou allemaal demente mensen? Waar wonen die dan?’ Ik moest haar vertellen dat ze in hetzelfde huis wonen als wij. Of het echt tot haar doordrong weet ik niet.
Riet is een vrouw die in je ziel, in je hart, in je bloed gaat zitten. Al toen ik haar leerde kennen had ze zware astma. Van het vele hoesten had ze een lichte kromming in haar rug. Het hinderde me niet. Ze had een mooi figuur en een geweldig lief, zacht karakter. Daarbij was ze ook nuchter. Als het moest gaf ze zichzelf injecties en ze had altijd pufjes bij zich. Seksueel pasten we ontzettend goed bij elkaar. Vanaf de eerste dag waren we stapelverliefd, een half jaar later getrouwd.
Op onze huwelijksreis naar Israël raakte ze tijdens een astma-aanval buiten bewustzijn. Pas in een ziekenhuis kwam ze weer bij. En toch wilde ze niet naar huis. We hebben de reis gewoon afgemaakt. Thuis in Nederland lag ze soms wel zeven keer per jaar met hevige benauwdheid of een longontsteking in het ziekenhuis. Het brak mijn hart. Ondanks haar zwakke gezondheid kregen we twee kinderen. Verwonderlijk genoeg verminderde na de tweede haar COPD met zeker 75%. Wel kreeg ze korte tijd later hele zware bloedvloeiingen. Daarom werden haar eierstokken verwijderd.
De invloed op haar libido was enorm. Van de ene dag op de andere was ons seksleven voorbij, terwijl we pas midden-dertigers waren. Ik was boos, gefrustreerd, opstandig. Van alle stress en spanning bij elkaar werd ik uiteindelijk depressief en kreeg een psychose, waarin ik bang was voor Riet en in pyjama het huis uit vluchtte. Het heeft jaren geduurd om daaruit te komen. Toen zijn we samen betaalde schoonmaakklussen gaan doen, ik het zware werk, zij het lichte. Dat samen werken vonden we heel prettig.
Een jaar of vijftien geleden kreeg ze chronische slijmbeursontstekingen. De eerste jaren werkten de medicijnen geweldig, maar de ontstekingen bleken het begin van een vorm van Parkinson. Geleidelijk ging ze slechter lopen en praten. Ze kreeg minder uitdrukking in haar gezicht. De laatste drie jaar waren een hel voor me. Riet zat me steeds achter de vodden. Ik moest haar bij alles helpen, tot ik het zat was en lelijk tegen haar ging doen. Daar moest ik dan weer om huilen. En na al die jaren zonder mis ik ons seksleven nog steeds. Heerlijk in elkaar verstrengeld liggen, mijn hoofd op haar borsten leggen. Ik kom zoveel tekort, maar ik ben nooit ontrouw geweest en porno vind ik verschrikkelijk. Riet blijft lief voor me. Soms wil ik graag weg en eindelijk rust hebben, maar ik wil ook bij haar zijn, in wat voor staat ze ook is. Het is een onmogelijke keuze.”
Dit verhaal verscheen eerder in het AD-Magazine van 24 oktober 2020
http://www.dementie.nl/impact-partner/wanneer-je-partner-dementie-heeft