“Corona survivor, staat er expliciet bij mijn profiel op datingapps. Het levert meteen gespreksstof op, en ik houd van gesprekken. Ik vind het vooral leuk om met mannen te praten. Over alle mogelijke onderwerpen. Ik houd van inhoud, maar heb ook veel plezier in slap ouwehoeren en flauwe grappen. Ik ben zeker op zoek naar een fijne man in mijn leven. Tot ik hem gevonden heb geniet ik van de gesprekken, de aandacht, de complimenten en soms de seks, die ik vind via online dating.
Overdag ben ik druk met mijn bedrijf en de zorg voor mijn kinderen. Als ze naar bed zijn of bij hun vader vind ik het leuk om even te swipen of te chatten. Zeker op dit moment. Ik blijf ’s avonds nog thuis, ik moet mijn spierkracht opnieuw opbouwen en kan op dit moment niet sporten of een lange wandeling maken. Het gaat wel elke dag beter, nu vele malen beter dan de afgelopen maanden, maar mijn longen doen nog zeer en ’s middags heb ik een siësta nodig.
Ik ben besmet door een man die ik in februari op vakantie ontmoette. Een ontzettend lieve, zorgzame verpleegkundige op een spoedeisende hulp. Wel minder spannend dan de mannen waar ik normaal op val, meestal ondernemers, vanwege hun energie en verhalen. Loondienstmannen vind ik vaak minder interessant, maar met deze raakte ik niet uitgepraat en hij kon het goed vinden met mijn kinderen. In Nederland woonden we op een uurtje rijden van elkaar. Ik besloot eens te onderzoeken hoe dat is, met zo’n ander type man, en we bleven elkaar zien. Tot ik op 7 april zo benauwd was dat ik naar de coronapoli moest. Iedereen hield toen al afstand en de scholen waren dicht. Ik kreeg antibiotica en moest meteen in thuisquarantaine. Mijn dochters die net bij hun vader waren mocht ik niet meer ophalen. Vanaf dat moment zat ik drie weken alleen thuis, met alleen videocontact met mijn moeder, mijn kinderen en mijn love interest. Hij was de enige man met wie ik intiem contact had gehad, maar hij had geen klachten. Een groot aantal van zijn collega’s wel.
Toen ik genoeg hersteld was om eindelijk weer een avond naar hem toe te kunnen, vertelde hij dat hij niet met me verder ging. Hij wilde nog kinderen en ook de afstand was hem te groot. Jammer, maar ik wil alleen zijn waar ik gewenst ben en ben geen lange treurder. Dus sindsdien heb ik weer een aantal dates gehad. Met de één heb ik interessante gesprekken, met de ander ga ik uit eten en als de aantrekkingskracht groot genoeg is gaan we over op intimiteiten. Het is mooi als er een romantische klik is, en anders hebben we het leuk gehad. Al zitten we alleen maar op een terras in het zonnetje. Sommigen blijken al bezet. Daar spreek ik nooit mee af, in players heb ik geen zin.
Vroeger was ik heel verlegen. Altijd bang om veroordeeld te worden. Tegenwoordig zit ik ontzettend lekker in mijn vel. Ik hoef geen kinderen meer, ik red me financieel prima en ik heb een fijn huis. Veel mannen vinden me aantrekkelijk en voelen zich bij mij op hun gemak. Voorheen had ik creatieve hobby’s. Nu is daten mijn hobby. Tot ik die leuke man gevonden heb voor wie ik bijzonder ben en die ik ook mijn volle aandacht geef, maak ik gebruik van de snoepjeswinkel en date er lekker op los. Je kunt zó dood zijn of gehandicapt. Ik ben al ziek geweest, maar ik leef nog en wil genieten. Ik mag het leven vieren.”
Dit verhaal verscheen in het AD Magazine van 15 augustus 2020
(Harry Maas – ‘Café ’t Kalfje Amstelveen)