Noorse militairen snijden misschien op zondag het vlees, maar op maandag laten ze het staan. Sinds kort worden op die dag in hun kazernes uitsluitend vegetarische maaltijden geserveerd.
Eten zonder vlees is voor steeds meer mensen de normaalste zaak van de wereld. Maar wanneer militairen het doen vind ik dat extra goed nieuws. Omdat de verdedigers van een natie zo’n mannelijk imago hebben. Zij zijn toch de bikkels in topconditie, die zonder verblikken of verblozen anderen vermoorden? Met hun blote handen desnoods? Echte mannen eten geen soesjes. Die eten vlees. Veel vlees.
Als zulke lui vegetarisch gaan eten is dat een Umwertung aller Werte. Vegetariërs zijn immers van die bleke futloze types. Slechtgeklede slapjanussen met baarden, of kruidenvrouwtjes met een eetprobleem. Vooruit: af en toe zijn het beeldschone fotomodellen, maar het is een publiek geheim dat die ook vaak eetproblemen hebben. Kun je nog wel effectief God en Vaderland verdedigen op zo’n flauwekulhap?
Ik vind het geweldig stoer van de Noren dat ze gewoon lak hebben aan dat imago. Defensie wil dat haar leger milieuvriendelijker en gezonder eet. Punt. Volgens de laatste cijfers is de vleesverwerkende industrie verantwoordelijk voor achttien procent van de wereldwijde broeikasproductie. Of vlees gezond is of niet durf ik niet te zeggen. Wel is vleesproductie behoorlijk inefficiënt – de hoeveelheid voedsel die een dier eet is gemiddeld acht keer meer dan wat het uiteindelijk zelf oplevert. De vleesloze maandag bij het Noorse leger scheelt pakweg 150.000 kilo dood beest per jaar. Het klimaat doet er zijn voordeel mee.
Dat militairen intussen nog steeds worden opgeleid om mensen te slachten wordt zo wél een ingewikkelde morele kwestie. Zelf zijn ze ook potentieel kanonnenvlees. Nogal cynisch eigenlijk: milieubewust doden.
Of gewoon praktisch? Onderdeel van het proces naar een wereld waar iedereen, ongeacht zijn beroep, nadenkt over de effecten van het eigen handelen op de leefomgeving? Bewustwording begint ten slotte altijd dicht bij jezelf, en vaak is dat op je bord. Ook in de legerkantine.